Roet verliest Martin Koster 10-02-'97
Roet verliest Martin Koster 10-02-’97
Roet verliest Martin Koster
Martin Koster stopt eind dit jaar met Roet. De oprichter en drijvende kracht achter de redactie van dit Drentse literaire tijdschrift zegt dat hij onvoldoende plezier uit het blad put om er na twintig jaar nog mee door te gaan. Het is nog onduidelijk of Roet dit afscheid overleeft, en zo ja hoe.
Anderhalf jaar geleden werd de redactie van vijf naar drie man ingekrompen en werd er een bestuurtje opgericht, dat als een klankbord voor de afgeslankte redactie zou fungeren. Dit was een reactie op een zekere vermoeidheid die de redactie gelederen was binnengeslopen. Koster vertelt dat de verandering het oude elan niet heeft teruggebracht. “Het inspirerende is er af. Het is gewoon zakelijk geworden.”
Volgende maand is het twintig jaar geleden dat Martin Koster als 28-jarige samen met Ton Kolkman op een avond in het Groninger café De Slingerij besloot een Drents literair blad op te richten als tegenwicht tegen Oeze Volk, dat zij te oubollig onden. De volgende dag lag het eerste nummer er al -primitief, maar toch. Ook droeg het al zijn naam. “Die heb ik diezelfde nacht bedacht”, aldus Koster. De naam beschouwt hij daarom als zijn eigendom, Mocht het blad na zijn vertrek gecontinueerd worden op een manier die hem aanstaat, dan mag het de naam houden. “Zo niet, dan maken ze maar een blanko begin”,
Koster: “Ik vind het niet erg als het verdwijnt. Dat heeft ook wel iets. Maar op zichzelf is het goed dat er een blad blijft dat plaats biedt aan het Drents. Ik bedoel: aan Drents met pretentie.
Hij heeft zijn mederedactieleden en bestuursleden op de hoogte gesteld, Daarop kwam nauwelijks eactie. “Laten we het daar maar niet over hebben”. Mederedactielid Rouke Broersma reageerde wel. Hij vindt dat Roet beslist moet blijven bestaan. Maar hoe? Nog geen idee, Koster weet nog niet wat hij straks gaat doen. “Misschien ga ik zelf .meer schrijven. Ik heb wel ideeën, maar het is zo’n ge doe om achter de machine te gaan zitten als je niet echt moet. Maar misschien trek ik wel meer de na uur in.”