Sleen beraadt zich over beeld Naarding en Dr. G.H. Kocks van Neder-Saksisch Instituut Pr. Dr. en Ass. Courant 07-01-1988

Sleen beraadt zich over beeld Naarding en Dr. G.H. Kocks van Neder-Saksisch Instituut Pr. Dr. en Ass. Courant 07-01-1988
Sleen beraadt zich over beeld Naarding
Van een onzer verslaggevers
SLEEN — Het gemeentebestuur van Sleen zal zich beraden over wat er met het borstbeeld van dr. Jan Naarding bij de hervormde kerk op de Brink in Sleen moet gebeuren als komt vast te staan dat de overleden historicus en taalkundige • ‘sympathiseerde’ met de Duitse bezetters tijdens de oorlogsjaren. Loco-burgemeester L. Kuipers van Sleen vindt dat eerst grondig moet worden onderzocht of Naarding, die in Sleen is geboren, zich in de oorlogsjaren ook inderdaad positief heeft opgesteld tegenover de ideologie van de Duitse bezetters. Een werkgroep houdt zich nu bezig met de vraag of er ook een wetenschappelijk onderzoek moet worden ingesteld naar het verleden van Naarding.
Het borstbeeld is destijds op de Brink in Sleen geplaatst ter nagedachtenis van Naarding en in 1981 onthuld door de toenmalige commissaris. van de Koningin in Drenthe, mevrouw mr. A.P. Schilthuis.
Naarding werd op 21 juni 1903 in Sleen geboren en overleed op 60-jarige leeftijd, nadat hij drie maanden eerder officier in de Orde van Oranje Nassau was geworden.
In Oosterhesselen worden de publikaties in deze krant over Naarding tragisch genoemd. Zo’n twintig jaar geleden werd in dit dorp mede op initiatief van Naardings zuster, mevrouw Bos-Naarding de toneelclub dr. Jan Naarding opgericht. Secretaresse A. Hutter-Mantje en regisseuse A.J. van Es-Broenink zeggen het te betreuren, dat er een smet kleeft aan Naardings naam. „We wachten de verdere ontwikkelingen maar af. Als mocht blijken, dat hij inderdaad heeft gesympathiseerd met de bezetters, dan naam van de vereniging te veranderen. Op het ogenblik hebben we daarover nog niet van gedachten gewisseld”
Ook in Coevorden worden de ontwikkelingen rond het natrekken van het oorlogsverleden van Naarding kritisch gevolgd. „Als komt vast te staandatNaardingfoutisgeweest, dan zulenwe deJanNaardingstraatzondermeerineenandere naam omdopen”, zegt loco-burgemeester J.Halfwerk.
Dr. G.H. Kocks van Neder-Saksisch Instituut:
lk heb medewerkers gewaarschuwd’
Vervolg van pagina 1
ASSEN — Een onderzoek naar het oorlogsverleden van Jan Naarding moet worden uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeker van buiten de provincie Drenthe. „Bij zo’n onderzoek door een Drents historicus komen er ongetwijfeld al vooraf twijfels aan de objectiviteit”.
Dat zegt dr. G.H. Kocks, van het Neder-SakSisch Instituut van de Rijksuniversiteit in Groningen. Kocks zegt tevens dat als zijn instituut om advies gevraagd zou zijn over de naamgeving van het instituut er een negatief advies zou gekomen zijn als de naam Naarding genoemd zou zijn.
We hebben zo’n verzoek echter niet gehad, dus een adviesvan ons zat erniet ook in. Ik heb overigens wel vooraf in. contacten met medewerkers van het Naarding-instituut gewaarschuwd voor het gebruik van de naamvan Naarding omdat er genoeg zwart op wit staat over de geschriften en de ideëen van Naarding in de tijd van voor en tijdens de oorlog.”
Kocks heeft overigens wel het gevoel dat Naarding door anderen min of meer in die positie gedrongen werd. „Naarding.moest immers alles weten en werd ook steeds door anderen afgeschilderd als de voortrekker van de Drentse cultuur. En natuurlijk blijft de vraag hoe fout Naarding eigenlijk was”. Daar zijn volgens Kocks nog wel wat nuances in aan te brengen.
De aandrang om een andere naam te kiezen wordt steeds groter. Zo liet de provinciaal historicus drs. M.A.W. Gerding weten dat het instituut er verstandig aan doet zelf snel een andere naam te kiezen. Gerding sluit niet uit dat als er een wetenschappelijk onderzoek komt er nog veel onplezierige verrassingen ontstaan. Gerding is ook van mening dat een onafhankelijk onderzoeker moet gaan spitten. Hij meent daar zelf niet voor in aanmerking te komen. Zijn werkkamer is gevestigd in het bureau van het Drents Genootschap. Daardoor zou er er aan zijn objectiviteit getwijfeld kunnen worden, meent hij.