Sprekend Egbert Hovenkamp 'Ik ben altijd al anders geweest' D.v.h.N. 29-05-2010

Sprekend Egbert Hovenkamp ‘Ik ben altijd al anders geweest’ D.v.h.N. 29-05-2010

SPREKEND… EGBERT HOVENKAMP
‘Ik ben altijd al anders geweest’

Naam Egbert Hovenkamp
Geboren Eext, 1953
Woonplaats Assen
Opleiding Mulo Functie Dichter
De naar patchouli ruikende, boomlange Egbert Hovenkamp II is een opmerkelijke verschijning in het literaire leven . Ook uiterlijk en in voordracht. Tot februari was hij stadsdichter van Assen. Sinds vorige maand is hij gemeentedichter van Aa en Hunze.

Door Joep van Ruiten

EEXT
“Ik ben geboren in Eexterhalte. Mijn vader werkte bij Staatsbosbeheer: eerst mende hij de paarden bij het verslepen van boomstammen, later werd hij boswachter. Toen ik vier jaar was, zijn we verhuisd naar een woning midden in het bos. Min! Een fantastische tijd! Al die natuur! Al die ruimte! Ik kon kilometers door het bos dwalen zonder mensen tegen te komen. Er hoefde nauwelijks op ons gelet te worden, er kon toch niks gebeuren. We – ik heb een jongere broer – zijn vrij opgevoed. Waarschijnlijk vond dagen naar school te gaan.”

ROLDE
“Na de lagere school volgde de Mulo in Rolde. Fietste ik langs het boerderijtje in Grolloo waar HarryMuskee oefende met Cuby. Ik vond het machtig interessant, al die mensen: Van Morrisson, Eddie Boyd. Maar durfde er niet op af te stappen. Ik was veertien jaar en veel te jong voor zulke dingen. Ik was toen te jong voor de hippies en later te oud voor de punk. Ik ben altijd al anders geweest. Dat is geen keuze. Ik hoef mij niet te manifesteren. Het is gewoon zo.”

BEAT GENERATIE
“Mijn vader kreeg een andere baan bij de boswachterij en we verhuisden naar Den Ham bij Almelo. Volgens mijn ouders had ik een goed stel hersenen, maar van de havo heb ik weinig gemaakt. Eenmaal op school was het een sport om zo snel mogelijk weer buiten te staan.
Ik zat de helft van het jaar niet in de klas. Veel blowen. Er waren twee vakken waar ik goede cijfers voor haalde: Nederlands en Engels. Het laatste omdat ik wilde weten waar de liedjes van Bob Dylan over gingen. -Dylan heeft voor mijde deur geopend naar de dichters van de Beat Generatie, naar Jack Kerouac, Neal Cassady, Allen
Ginsberg, William Burroughs.”

KUNSTENAAR
“Ik wilde naar de Decoratie Etalegr Vakopleiding in Almelo.
Ik wilde kunstenaar worden. Maar mijn ouders zagen dat nier zitten, daar kon je geen brood mee verdienen. En ik durfde het niet door te zetten.
Wat me aansprak was de vrijheid, de state of mind. Ik herinner mij dat ik de Incredible String Band op televisie zag. Min! Dat kwam binnen! Ik herinner mij ook dat in Eext de zigeuners kwamen. Ze kwamen .ieder jaar, seizoensarbeid, aardappels krabben’ Het klassieke beeld: wapperende gewaden, oorringen. Dat heeft ook een diepe indruk gemaakt. Die losse manier van leven. Dât wilde ik.”

MACROBIOOT
“Na mijn dienstplicht kwamen de uitzendbureaus op. Ze liepen toen bij Randstad niet in mantelpakjes, maar in spijkerbroeken rond. Een oud bankstel, bier op vrijdag en cash geld in je hand. Ik ben landmeter geweest, heb in de textiel gewerkt, ben pons-typist geweest. Uiteindelijk belandde ik in een natuurvoedingswinkel in Steenwijk en kwam ik in aanraking met de macrobiotiek. Mân, ik heb wat aan bruine rijst gegeten. Ik werd macro; biotisch kok en leerde mensen die een macrobiotisch dieet moesten volgen hoe ze hun eten klaar konden maken — dan woonde ik twee weken bij ze in. Zo ben ik ook in Zen geïnteresseerd geraakt.”

VINKENOOG
“Mijn belangstelling voor de literatuur dank ik aan school; ik heb altijd goede docenten Nederla s gehad. Sinds mijn twin gste schrijf ik poëzie. Niet. Ileen vrije vormen, maar ook’vormvast: sonnetten, haiku’s. Mijn eerste gedichten verschenen in de Kraakrant, de Werkrant, kleine alternatieve tijdschriften. Later in de Bres. Zo heb ik Simon Vinkenoog goed leren kennen. Ik las zijn rubriek in Bres, Wereld in beweging’. Min, dat kwam binnen. Het was alsof ik naar binnen werd gezégen. Die vrijheid, die drive. Dezelfde drive als in On the road .van Jack Kerouac. Later, ik woonde toen even bij mijn oma, wilde hij langskomen in Eext – dat heb ik afgehouden.”

TRIANTALING
“In de jaren tachtig ben ik begonnen met het vertalen van het gedicht Howl van Ginsberg naar het Drents: Galp. Het is wat ik een triantaling noem: het is niet naar de letter, maar naar de geest en dan in het Drents. Ik heb het in Eext voorgedragen tijdens de Zeuvendaagse (literaire wandeltocht door Drenthe in 2007, red.) en kreeg daar zulke goede reacties op, dat ik nog diezelfde week een triantaling van het tweede deel heb gemaakt. Galp duurt als voordracht in totaal 25 minuten. Er bestaat een studioopname van, maar het lijkt of niemand hem durft uit te brengen. Ik heb ook een triantaling gemaakt van Leaves of Grass, van Walt Whitman. En van de gedichten die Wilhelm Müller schreef voor de Winterreise van Schubert: Kolde Tocht.”

II
“Het romeinse getal II achter mijn dichtersnaam staat voor verschillende dingen. Typografisch is het een deur die openstaat, dat zegt iets over mijn state ofimind. Maar het is ook een verwijzing naar mijn grootvader, naar wie ik vernoemd ben, en die ik erg bewonder — een aanhanger van Domela Nieuwenhuis. Het verwijst naar mijn sterrenbeeld, tweelingen. Het cijfer twee speelt een belangrijke rol in mijn leven. Het is de tweede keer dat mijn naam Egbert is, ik heb ook een tijd Martijn geheten. Ik was de tweede stadsdichter van Assen.”

GEMEENTEDICHTER
“Sinds april ben ik gemeentedichter van Aa en Hunze. Het verschil met Assen is erg groot. In Assen moest ik het vooral hebben van de reacties van het publiek. Ambtelijk was er nauWelijks belangstelling voor wat ik deed. Burgemeester Eric van Oosterhout heeft mij gevraagd omdat Aa en Hunze volgend jaar culturele gemeente van Drenthe is. Ik mocht meteen beginnen. Het voelt als thuiskomen. Als de gelegenheid zich voordoet wil ik ook wel naar Aa en Hunze verhuizen, terug naar het platteland.”