Tea Nijnuis dicht het liefst 'van hoes oet' Rondje Drenthe 12-12-2001

Tea Nijnuis dicht het liefst ‘van hoes oet’ Rondje Drenthe 12-12-2001

Rondje Drenthe
Tea Nijnuis dicht het liefst ‘van hoes oet’

Rust zacht Wie hebb’m noar zien leste rustploats bracht.
Wie zitt’n weer in de aula met mekoar De kovvie staait al kloar En dan begunt ‘t geproat, gelach. ‘t is ja al zo laang leed’n dat men mekoar zag. Hou’st met de kinder, benn ‘n ze al trouwd. Men is vergeet’n dat men hier rouwt.

Dit zijn de eerste regels van een gedicht dat Tea Nijnuis (48) uit Peize ruim twee jaar geleden schreef naar aanleiding van de veelal uitbundige stemming tijdens begrafenissen. Nijnuis ergerde zich aan het gedrag van de olijk gestemde mensen en uitte haar gevoelens in het gedicht. Niet lang daarna werd het gedicht in het plaatselijke huis-aanhuisblad ‘De Hopbel’ geplaatst. De reactie van de Peizer bevolking was bijzonder positief. Het gedicht betekende eindelijk de ontplooiing en doorbraak van Tea Nijnuis als typische dichteres van de Drentse streektaal. Tea Nijnuis mocht bijna wekelijks haar meestal gevoelige en karakterbeschrijvende gedichten in ‘De Hopbel plaatsen.
Een maand geleden werd zelfs haar eerste gedichtenbundel ‘Van Hoes Oet’ gepresenteerd. Er staan vooral herkenbare gedichten in het boekje. De onderwerpen putte Nijnuis uit levenservaringen als de dood, het milieu, sleutelkinderen, het dorp, Bartje en de Peizer fietsclub mijn jeugd dichtte ik al veel verklaart Tea Nijnuis haar
grote liefde voor het Drentse gedicht, “Die begrafenis heeft me uiteindelijk het laatste
zetje gegeven. Ik kon mijn ergernis uiten in het gedicht. Ik maak meestal gedichten met voor mensen herkenbare zaken, maar ik maak ook graag gedichten over mijn geboortestreek. Ons huis stond aan de rand van Bunnerveen. Het is een heerlijk gevoel om daar gedichten over te kunnen maken.

De gedichten van Tea Nijnuis verschenen met grote regelmaat in ‘De Hopbel’. Voor amateurfotograaf Albert Dubben was dat een reden om het idee te opperen om een in het Drents geschreven gedichten bundel van Tea Nijnuis uit te geven. De suggestie werd na verloop van tijd gerealiseerd. Op de voorkant van het boekje
staat een door Dubben gemaakte foto van het ouderlijke huis van Nijnuis en de illustraties gijn gemaakt door Marieke de Rooy. “ik mocht het eerste exemplaat overhandigen aan Anneke Mensen,”vertelt Tea Nijhuis met enige trots. : dat is een bekende Drentse auteur van verhalen en gedichten. Ik schrijf bewust in het Drents.
Het zou vreselijk jammer zijn als de Drentse taal verloren gaat. Ik kan er in ieder geval mijn gevoelens beter in uiten.” Het is opmerkelijk dat Tea Nijnuis pas op middelbare leeftijd zich echt begint uit te leven in het maken van gedichten “Ik heb het echter niet als een gemis ervaren,”probeert ze een verklaring te vinden. “ik denk trouwens dat je bij het ouder worden ook wijzer wordt. Vroeger stond ik bij
emotionele ook wel stil, maar naarmate je ouder wordt, ben je er meer mee bezig. Met dieren heb ik dat ook. Ik ervaar het dierenleed soms nog erger dan het menselijk leed. Op deze leeftijd ben je ook bewuster bezig met teksten. Zo heb ik een grote voorliefde voor de teksten van Robert Long. Ik vind het prachtig hoe gevoelig hij kan zingen over ellendige zaken. “Gaat Tea Nijnuis haar eigen werk in de toekomst ook voordragen? “Ze hebben me nog niet gevraagd, maar ik zou het wel willen,”zegt ze. “Het is ook een hobby van me. We hebben eens bij NOAD op bestaande liedjes van onder andere Ede Staal een eigen tekst geschreven. Op een feestavond hebben Albert Dubben en ik de liedjes gezongen.”Ze zegt nauwelijks tijd te hebben voor televisie kijken. Alleen het journaal krijgt haar aandacht en verder vervult ze haar tijd met hobby ‘s, want behalve gedichten maken heeft Tea Nijnuis nog een hele reeks liefhebberijen. Fietsen bij NOAD wordt vooral in de zomermaanden gedaan en verder houdt ze erg veel van muziek en kalligraferen. De liefde voor kalligraferen ontstond twintig jaar geleden. “Eigenlijk al tijdens mijn jeugd, want men kon mij nooit meer verrassen dan met een pen. Ik werkte destijds op het gemeentehuis en zag de fraaie letters in de trouwboekjes. Dat wilde ik ook graag leren. Daarom nam ik les op de volksuniversiteit van Groningen. Mijn leraar heeft er later voor gezorgd dat ik les kon geven in diverse gemeentes. Dat doe ik nu niet meer, want ik heb een opgroeiende dochter. Voor haar wil ik beslist thuis zijn.”
De gedichtenbundel is in Peize goed ontvangen. De eerste druk is inmiddels bijna uitverkocht en Tea Nijnuis heeft de gedichten voor haar tweede bundel reeds klaar. “Ik heb er veel zin in. De reacties op het eerste boekje waren in ieder geval hartverwarmend”, aldus Tea Nijnuis.

)jann houwing