Uit het land van hei en struiken D.v.h.N. 19-12-2014

Uit het land van hei en struiken D.v.h.N. 19-12-2014

Uit het landvan hei en struiken

RECENSIE
HARM BOOM 1810-1885

Boek Harm Boom. 1810 — 1885
Auteur Cees van Dijk Uitgever Van
Gorcum. Prijs 24,95 euro (200 blz.)

Bijna tien jaar na zijn boek over A.L. Lesturgeon heeft Cees van Dijk nu ‘in vluchtige omtrekken’ het leven van de 19de eeuwer Harm Boom geschetst.

Joep van Ruiten

Terugblikkend op het Drentse literaire jaar moéten drie boeken genoemd worden: de roman Vertrouwd voordelig van Peter Middendorp, de bloemlezing Drenthe is best mooi (op Google maps) met light verse-gedichten en Harm Boom 1810 — 1885 van Cees van Dijk. Waarbij laatstgenoemde titel de meest Drentse en meest bijzondere is.
Boom is vooral bekend als een van de drie Podagristen, het driemanschap dat in het midden van de negentiende eeuw een reeks reisverslagen publiceerde die nu als hoeksteen van de Drentse literatuur wordt gezien. Daarnaast was hij journalist, onder meer in Amsterdam, waar hij het in 1849 tot hoofdredacteur van de Amsterdamsche Courant schopte, een voorloper van De Telegraaf.
Drie jaar hield hij het bij de AC vol, na een reorganisatie werd hij correspondent voor de Provinciale Drentsche en Asser Courant. Bij deze voorloper van Dagblad van het Noorden kon hij in 1859 aan de slag als redacteur. De belangrijkste krant van Drenthe telde toen 1100 abonnees. „Er is geen boerenwoning in de provincie waar zij niet komt”, becijferde Boom zelf het bereik.
Wat daar aan vooraf gaat, is zeer fascinerend. Het is het verhaal van de zoon van een onderwijzer-koster uit Gramsbergen die in Coevorden leerde schrijven, maar in Overijssel voor de klas kwam te staan en uiteindelijk van zijn pen ging leven. Dat lukte nauwelijks. Boom werd achtervolgd door schulden en stierf berooid. Van Dijk, die in 1995 al een levensschets van de hoofd-podagrist A.L. Lesturgeon maakte, laat in zijn mooi vormgegeven boek zien dat Boom bovenmatig enthousiast was. Hij
startte veelvuldig projecten die hij niet kon of wilde voltooien, en betaalde voorschotten niet terug. Gaandeweg ontstaat ook het beeld van een man die het met de waarheid niet altijd nauw nam. Voor een schrijver hoeft zoiets geen probleem te zijn, maar voor een journalist gelden strengere wetten, al was in de negentiende eeuw de scheiding tussen feiten en commentaar flinterdun. Interessant is
dat Boom bij de PDAC met veel weg kwam, dat hij ongestoord onder pseudoniem stukken ter zelfpromotie kon plaatsen. Zijn krant genoot naar eigen zeggen ‘bij de bevolking onbeperkt krediet’, zelf oefende hij ‘grote invloed op de denkwijze der
bevolking’ uit. De veelgelezen veelschrijver Boom had de tijd mee, vertelt Van
Dijk. Hij mocht de groei van de soms twee, soms drie keer per week ver-
schijnende PDAC voor een belangrijk deel op zijn conto schrijven. Maar hij profiteerde ook van de toenemende alfabetisering, de groeiende koopkracht en de belastingverla ging op kranten in 1869. Daarbij was er in Drenthe nauwelijks concurrentie. De teksten die Van Dijk bij zijn boek heeft gevoegd wisselen van
aard en kwaliteit. Boom is geen Busken Huet en Van Gennep, laat staan een Multatuli. Het niet eerder gepubliceerde Podagristen-verslag over Assen kent een verlammende omhaal van woorden, deels ironisch getoonzet.
Zijn rubriek Overzigt der belangrijkste gebeurtenissen, samengesteld uit andere kranten, en voor lezers van de PDAC hét venster op de wereld, blijkt een amalgaam van verschillende genres en stemmen. Zijn reportages, zoals over de Rolder na-
jaarsmarkt en een bezoek aan Hollandscheveld zijn net als stukken met dialect beter leesbaar. Een kwestie van selectie wellicht. Bovendien: het waren andere tijden, met andere middelen.

Het boek van Van Dijk kent nogal wat leemtes. Soms stuitte hij op onwillige archiefmedewerkers, wat tot een merkwaardige verzuchting leidt over ‘rijke snobs die onderzoeksresultaten bij elkaar kunnen kopen voor circa 80 euro per uur’. Vaker
was de informatie er domweg niet (meer). Een afbeelding van Boom ontbreekt bijvoorbeeld, terwijl van de andere Podagristen wel bestaat. Storend? We hebben het hier niet over een wetenschappelijk verantwoorde biografie, maar over een leven dat ‘in vluchtige omtrekken wordt geschetst’. Een leven dat zeer tot de verbeelding spreekt. Al was het alleen maar omdat leven van de pen anno 2014 bijna net zo onmogelijk is als anderhalve eeuw geleden, toen Drenthe nog ‘een steppenland,
een land van hei en struiken was, ‘s zomers een zandwoestijn en ‘s winters een modderzee’.