Uit Louis Roessingh's Drentse Prentenboekje

Uit Louis Roessingh’s Drentse Prentenboekje

UIT LOUIS ROSSINGH’S DRENTSE PRENTENBOEKJE

Valt de duisternis op aard’
Schudt gek Grietje peertjes,
Die zij in een zak vergaart
Onder hare kleertjes

Leeg is nu de heele kruin;
Nu maar aan het eten!
Dat zij zijn uit buurman’s tuin,
Schijnt zij te vergeten…

Vijf jaar is het deze maand alweer geleden, dat hij van ons heenging, de schilder-dichter Louis Roessingh, van wiens liefde voor de Olde Lantschap ons zijn doeken en zijn ‘Diggelhoes’ met onverminderde warmte zijn blijven getuigen. Gelijk hij het in woorden ook reeds deed in een der eerste nummers van ons maandblad ‘Drenthe’.
Bezig plannen uit te werken voor de nieuwe jaargang, kwamen onze gedachten terecht bij een Drents Prentenboekje, dat Roessingh, al meer dan ‘een generatie’ geleden, eens maakte voor zijn kinderen, en waarvan wij op ‘de Zandhof’ zelve ook eens genoten hadden. Bij navraag bleek het zorgvuldig bewaard te zijn bij Roessingh’s schoonzoon, Notaris Bolt te Den Haag (getrouwd met R.’s dochter Alice). Wij vroegen en verkregen vrijheid tot publicatie in ‘Drenthe’ en hopen nu elke maand een der prenten, met de bijbehorende rijmpjes, te publiceren, en daarmee onze lezers Roessingh nog van een andere zijde — veel meer huiselijk, als plezierig vader en guitig tekenaar-rijmer — te doen kennen.
Wie van de Schilder-dichter Roessingh (geb. Assen 1873, overl. 1951 ) meer wil lezen, sla Heyting’s voortreffelijke verhandeling ‘Roessingh van Elp — Nestor der Drentse Kunstschilders’ in de Nieuwe Drentse Volksalmanak voor 1950 op; voorts Anne de Vries’ vers ‘Roessingh’ in de NDVA 1952, en het ‘In Memoriam’ van Hans Heyting in de NDVA 1953. hem ècht wil ontmoeten verdiepe zich opnieuw in zijn doeken, en in Zijn onvolprezen, door Jan Naarding verzorgde bundel ‘Diggelhoes’.
De heer en mevrouw Bolt onze redactionele dank voor hun medewerking tot deze verrijking van onze nieuwe jaargang!Prakke.