Voor altijd op school D.v.h .N. 05-04-2003
Voor altijd op school D.v.h .N. 05-04-2003
Voor altijd op school
Oude mavo in Rasquert dankzij enorme ruimtes ‘flexibel woonhuis’ voor Erik en Judith.
Streektaalschrijver, voorman van de Drentstalige band de Kopstubbers en televisiemaker Erik Harteveld (47) heeft nooit veel op gehad met onderwijs.
Toch zit hij sinds 1990 weer op school. Samen met zijn vrouw Judith ter Horst kocht hij de verwaarloosde christelijk mavo aan de voet van ‘De bult’ – de wierde dus – in Rasquert.
Door Bouwer van Norden
Voor een vriend was die koop aanleiding glimlachend de hoop uit te spreken dat Erik – die diverse opleidingen begon maar alleen het hbs-diploma behaalde – ‘nu in elk geval de mavo zou afmaken’. Het ziet er naar uit dat die makker zich voor niets zorgen heeft gemaakt. Het uit 1949 daterende, vijf lokalen tellende gebouw was een puinhoop toen het paar het na een langdurige strijd tegen traag malende ambtelijke molens van de Rijskdienst der Domeinen wist los te peuteren. Jeugd had zich onder meer uitgeleefd op sanitair en ruiten; de goten bungelden lusteloos aan het dak. Sindsdien heeft het een gedaanteverwisseling ondergaan, al komt de klus natuurlijk nooit echt af. De afgedankte school is herschapen in een kingsize woonhuis met in elk vertrek enorme houtkachels, omdat op gas stoken pijlsnel tot een zeker faillissement zou leiden Of zoals Erik zegt: “in zulke kamers als wij hebben, woont niemand. Of zo iemand moet een kasteel hebben. Zo groot en hoog zijn de ruimtes hier.”
Hij is speciaal even naar de plaatselijke doe-het-zelfzaak gelopen om een paar zwartwit, jaren vijftig ansichtkaarten te kopen waarop te zien is hoe de mavo er in de glorietijd uitzag. “Ze moesten wel even lachen toen ik ze vanmorgen kwam halen. Hier vraagt echt nooit meer iemand om.”
De kiekjes tonen dat de trots van Rasquert het destijd nog moest doen zonder smeedijzeren – toegangshek. Wel te zien zijn de sierlijke cursieve tekst ‘School voor Christelijke Mavo’ die ook vandaag de dag nog op de voorgevel prijkt en de robuuste deuren waardoor het pand ook nu nog wordt betreden.
Jusith verteld dat op zondagen geregeld oudere paren het voormalige schoolpand voorbij slenteren, terwijl ze proberen een blik naar binnen te werpen. Als ze denkt dat het om goed volk gaat, laat ze sommigen hun nieuwsgierigheid binnen bevredigen. Zij heeft begrip voor het heimwee naar een verloren jeugd dat velen naar de plaatsen drijft waar ze ooit hun eerste prille puberliefde ervoeren of hun eerste knallende conflict hadden met een narrige docent.
In een van de ruiten in het lokaal dat nu als haar kantoor dienst doet, zit een beschadiging. “Ik ben er van overtuigd dat een boze leraar daar ooit iets tegenaan heeft gegooid. Een krijtje misschien. Hopelijk hoeft dat ruitje nooit te worden vervangen. Het is een van de dingen die dit gebouw voor mij bijzonder maken”, zegt Judith. Saillant detail is verder dat wat nu haar kantoor is, vroeger het lokaal was waar Nederlands werd gegeven. Terwijl Judith, die zelf ooit de mavo met goed gevolg doorliep, nu zelf communicatie vaardigheden en Nederlands geeft.
De grootste ruimte in de exschool is de 90 vierkante meter beslaande woonkeuken.
Vroeger was dit het natuurkundelokaal. In wat vroeger de gifkast was en waar ooit de reageerbuizen stonden, hebben nu levensmiddelen en keukenattributen een plekje gekregen. Een kolossale tegelkachel – waarop overigens nauwelijks tegels te bekennen zijn – zorgt voor de verwarming. Drie Drentse patrijzen genieten van de warmte van het gevaarte. De honden scharrelen goedmoedig om het bezoek heen. Koel Kretablauw en zachtgeel bepalen de sfeer.
De houten tafel is van mega-afmetingen. “Dat moet wel. Als je meubilair voor zo’n kamer koopt, moet het heel groot zijn. Anders valt het hier helemaal weg”. Verduidelijkt Erik. De extreme groote van de vertrekken die allemaal de mooie hardhouten vloeren nog hebben, dicteert de manier waarop er moet worden gewoond. “Het voordeel van het wonen in zo’n oude school is dat je veel ruimte hebt. Het nadeel is dat je eigenlijk nergens een knus zithoekje kunt maken. Dat valt gewoon in het niet.“
In de loop der tijd is er veel aan het pand gebeurd. Alle lokalen op de begane grond zijn opgeknapt en in gebruik genomen: beiden hebben een eigen kantoor, er is een tafeltenniskamer annex bibliotheek en er is een muziekkamer waar de Kopstubbers geregeld repeteren (een nieuwe cd is in aantocht: Not normal anymore.)
Een zelfgemaakte sauna biedt Erik en Judith verder de kans te onspannen na het sporten. De voormalige lerarenkamer is ingericht als slaapvertrek. “Wil je niet de grap maken dat Harteveld een strenge meester is”, zegt Erik grinnikend tijdens een rondleiding door het gebouw. De teksten ‘meisjes’ en ‘jongens’ op de toiletdeuren in de gang herinneren de gasten aan de vroegere bestemming van zijn woning.
Erik filosofeert ondertussen hardop over de voor- en nadelen van het enorme pand; “het gevoel dat je krijgt als je door de lege ruimtes loopt van je toekomstige woning, vind ik eigenlijk het mooist. De onbegrende mogelijkheden, die je dan ziet. Zodra zo’n pand dan is ingericht, is de grootste bekoring er wel weer af.”
Toch betekent dit niet dat Erik plannen heeft weer ergens anders opnieuw te beginnen. Rasquert vindt hij – mede dankzij de goede relaties die hij met de inwoners heeft – een fijn dorp en de oude school geeft hem nog steeds het idee dat ze onbegrensde moelijkheden biedt.
“Dit is zo’n flexibel huis. Dankzij al die ruimte kun je zoveel veranderen. Eigenlijk kun je nooit meer naar een andere woning die al de kwaliteiten heeft, die dit pad bezit. Je kunt hier heel goed je eigen dingen doen zonder dat je de ruimte daarvoor hoeft op te eisen. Ik hoef bijvoorbeeld nooit naar de televisie te kijken met een koptelfoon op. En ik kan hier lekker op mijn elektrische gitaar spelen onder dat iemand daar last van heeft.”
Een stevig nadeel van al die ruimte is dat je het risico loopt dat het snel rommelig wordt. Vind Erik. “In een klein kamertje moet alles zijn plaats hebben, anders wordt het een chaos. Die noodzaak is er in onze lokalen niet. Daarom hebben Judith en ik een jaar geleden een wedstrijdje opgezet om elkaar weer te stimuleren iets moois van ons huis te maken. Degene van ons die het mooiste kantoor inricht, krijgt duizend euro.”
“Onze werkruimtes zijn inmiddels klaar, maar wie de winnaar is, hebben wij nog niet bepaald. Darvoor geven wij nog een feest. Iedereen moet dan een stembriefje deponeren in een melkbus of zo. Ik denk niet dat de strijd eerlijk zal gaan. Waarschijnlijk ga ik gasten omkopen met bier of jenever. Of ik nodig verhoudingsgewijs meer mensen uit die op mijn hand zijn…”