Wilde jacht en 't Diepien Cursus Drents Literatuur Lezen 1986-1987
Wilde jacht en ‘t Diepien Cursus Drents Literatuur Lezen 1986-1987
BERGMANS-BEINS, Jo
Wilde jacht.
Het spoekt op de heide; daor gun in het veld,
Daor heur ij de hond’n, die bleekt met geweld.
A’j lustert .a’j rondkiekt; dan weet ij het wal:
En troep wilde jaogers met horengeschal.
De peerde, die trappelt; zie guntert en snoeft.
De kerels, die jaogt, dat zie en stoeft.
Zie soes’t deur de wolken, zie riedt in de sprong.
Daor hoog in de locht; al begriep ij ‘t niet jong.
Dat volk giet oet jaog’n met raoz€r.d geweld;
Daor is heur en lied van weerurnkomm’n stelde
Zie moet zuk wal hapst’n; want gaauw giet de tied.
As zie niet te sprong doet, dan haolt zie het niet. —
Het kraokt in de boom’n en wild boest de wind;
Roeg jaogt de wolk’n, die toestereg zint.
A’j goed loert, dan zie j’ hum maor lang niet elkien
— Daor is haost gien staarfling, die Wodan kan zien.
’t Diepien
Het 16p deur het laand en het speuit as een kind.
Het laacht tegen ‘t locht en het daanst in de vind.
As glas is ‘t zo helders as zulvet zo blank.
Het flikkert en fonkelt met sterren e: rnaank.
Een zulveren lint tusken gruun van de kaant,
Met schitt’rende kleuren van bloemen beraand.
‘t Is schol en ‘t is smal, maor het spiegelt zo grif.
‘t Doekt veg tusken ‘t gruun en men zòt niet vaor ‘t blif.
En diep in het water, hiel diep op het zaand,
Daor glinstert het gold, dat er lig an de kaant.
Dat deur vitte wieven bewaakt wordt en dekt,
Dat mennegien vaak nao de kolken hen trekt.
J.H. Bermans-Beins
Cursus drents literiatuur lezen 1986/1987
Radio Noord e.a. (9)
BERGMANS-BEINS, Jo
Literaire kwaliteiten
Jo Beins is een veelzijdige vrouw geweest. Ze was een kleine, maar knappe vrouw, die zich niet alleen op maatschappelijke terrein, maar ook op literair gebied heeft ontplooid. Haar korte verhalen hebben een sterk folkloristische inslag, terwijl bijgeloof en tovenarij in het oude Drenthe ook in haar werk terug is te vinden. Vanuit literair oogpunt zijn haar korte verhalen geen hoogstandjes. De waarde ligt vooral in het vastleggen van gebruiken en van het sociale leven in het begin van deze eeuw.
Ook haar liedjes en gedichten blinken niet ècht uit, al zijn er enkele aardige bij. Het bekendste gedicht Is Wilde Jacht, waarin de oude mythologie duidelijk naar voren komt. Met haar gedicht “Drenthelaand, waor ‘t aolde leven”, dat door Jan Corduvener op muziek is gezet, neemt ze afstand van het officiële Drentse volkslied van Jan Uilenberg (zie les 4). Als zoveel Drenten weigerde ze dit lied van deze foute schrijver te zingen.
Met haar plaatsgenoot en collega—schrijver Harm Tiesing kon ze het ook niet goed vinden. Zij noemde hem Harm Dreum, vanwege zijn traag en zeurderig optreden (andere bronnen noemen Harm Dreun, omdat Tiesing steeds over het dia lekt zeurde), terwijl Tiesing over Jo Beins sprak als “Oes sniggeltien”.
De gemeente Borger heeft zich bovenstaande niet gerealiseerd, want de Harm Tiesingstraat is een zijstraat van de Jo Bergmans—Beinss traa t .
Het is niet eenvoudig alle werken van Jo Beins te achterhalen, daarom is een oordeel over met name haar toneelwerk moeilijk te geven.
Het stuk “Zôrgn en bliedschup” zal op dit moment niet veel mensen meer aanspreken, vijftig jaar geleden lag dat vast anders. Veel van de toneelstukken zijn niet in boekvorm uitgegeven, er bestaan enkel gestencilde versies die destijd bij K. H. Hartman in Ees—Borger zijn gemaakt.
Eén bron maakt melding van hoorspelen die door Jo Beins geschreven zouden zijn voor de RONO (Radio Noord), maar deze zijn niet te achterhalen.
Waardering verdient Jo Beins voor de streekroman “Het bloed kruipt vaar t t niet gaan kan”. In dit boek staan, zoals zo vaak het geval is (b.v. Jannes Pol, les 2), alleen de dialogen in het Drents, de verbindende teksten staan in het Nederlands. Het is een goed geschreven verhaal, met een verrassende afloop. Wie meent halverwege, of al eerder het eind te kunnen voorspellen heeft het mis. In deze roman beschrijft Jo Beins ook een aantal aspecten van het dagelijks leven in Drenthe en de tradities rond geboorte, huwelijk en dood. Deze roman kan zich goed meten met bijvoorbeeld de in 1986 verschenen streekroman “Van de Môrreng tët de Aovend” van Roelof Sieben. Heruitgave van “Het bloed kruipt. . . ” is zeker te overwegen.
CURSUS DRENTS
LITERATUUR LEZEN 1986/87 Radio Noord e.a. (6)