Zoektocht naar Klein geluk Streektaal D.v.h.N. 29-04-2005
Zoektocht naar Klein geluk Streektaal D.v.h.N. 29-04-2005
STREEKTAAL
door Gerard Stout
Zoektocht naar klein geluk
ie met gestrekte armen naar de uiteinden van een regenboog wijst, maakt met de armen een hoek van 42 graden, dat is bijna de helft van een haakse hoek. De gezichtshoek van een regenboog is 42 graden, voldoende voor veel mensen. Alles zien maakt immers niet gelukkig. Een beperking van het blikveld is een lust voor het dagelijkse bestaan.
Jannie Boerema lijkt in haar dichtbundel Over de Regenboog meer te zien dàn een doorsnee sterveling. Ze kijkt in een andere, en niet altijd prettige wereld. Boerema (1946) heeft haar sporen in de Drentse schrieverij verdiend. Ze was de eerste winnaar van de Reyer Onno van Ettingenpries (1985) voor talentvolle Drentse schrievers. Van haar hand verschenen inmiddels boeken bij diverse uitgeverijen. Naast haar inspanningen voor het Drents – ze is beedigd vertaler Drents-Nederlands – is ze gediplomeerd etaleur en organisator van tentoonstellingen, zoals de kafttekst vermeldt.
De Drentse bundel bevat 49 gedichten, onderverdeeld naar zeven kleuren van de regenboog. In elke cyclus komt een van de kleuren terug. Het thema van de poëzie in deze bundel is helder: beklemmende zwaarmoedigheid, strijd om in leven te blijven, ijskoude woede en een zoektocht naar klein geluk.
Jannie Boerema dicht over waan en werkelijkheid. Ze ziet een andere wereld, niet alleen over de regenboog, maar ook onder water en in het donker van de nacht. Koudbloedige monsters, vissen, sneeuw, ijs en regen wisselen elkaar af. Af en toe komt een barst in het ijs, al is er minstens een vallende zon voor nodig om enige dooi te bewerkstelligen.
Vaker dan de zon is de maan hulpmiddel van de dichter. Een maan als symbool van maanziekte, van onvrede met een onbegrepen werkelijkheid. In meer dan één gedicht weerklinkt de ‘Wens: ‘Ach was ik maar dood’.
Maar doodgaan deed ze niet. Uit bijna elk gedicht komt strijd naar voren. In haar kindertijd lijkt het een en ander misgegaan, het kind is gekwetst en op een dwaalspoor gezet. Wat het trauma is, staat niet vermeld, het is aan de lezer om daaraan een invulling te geven. De kwetsing en de korte lont neemt ze mee naar elke relatie. Wie haar liefheeft krijgt op enig moment te maken met woede en hartstocht..
De titel van het laatste gedicht laat niets te raden over. Verraod / Ze zeden dat der niks veraandern zul/ het blefallemaol hetzôlfde/ bij oouns bi’j veilig/ en/ hol heur even stiefvaast./ / As ik maor niks meer winnen heuif/ en niks verleizen zal/ bin ik al gelukkig. En na zo’n uitgewoonde strofe komt als hamerslag opnieuw boosheid boven in dichtregels met verrotting en schimmel. Jannie Boerema blijft boos.
Een beroerd leven schijnt een vruchtbare inspiratiebron te zijn voor schrijvers. Zo’n minne jeugd levert niet altijd leesbaar proza of poëzie op. Jannie Boerema laat zien dat een trauma interessante gedichten kan opleveren waar boosheid en opstandigheid vanaf spatten. Jannie Boerema laat zich niet kisten. Ze slaat terug met strijdlustige en melodieuze gedichten.
REGENBOOG
‘Over de Regenboog’, Jannie Boerema. Uitgeverij Het Drentse Boek, 64 blz, € 11,50.