Het Huus van de Taol heeft in samenwerking met RTV Drenthe een vierde seizoen gemaakt van de Drentstalige podcast Praot Drents Met Mij. In deze podcast praat directeur van het Huus van de Taol Renate Snoeijing met bekende en minder bekende Drenten over de rol die de Drentse taol in hun leven speelt.

Boerenbedrief
Gerrie Hempen is wethouder in de gemeente De Wolden en geboren en getogen in Echten op het boerenbedrief van haar vader en moeder, waar ze als kind ook hielp bij het melken: ‘Ik kan mij nog wal herinnern, daw der op een gegeven moment um zes uur weer waren ’s morgens. Toen kun ik der um zeuven uur weer uut, want toen mus ik mit koenen melken.’ Dat laat thuiskomen deed ze dus niet zo vaak, want er moest altijd gemolken worden de volgende morgen.

Studeren
Hempen ging na de middelbare schoel vormgeving studeren in Almelo: ‘Ik was as kiend misschien nog wel makkelijk, maor in die tied toen puberde ik wel en toen was ik deink ik niet meer zo makkelijk.’ Toen heeft ze ook echt gezocht naar een school die ver genoeg van huis was, zodat ze op kamers moest. De school in Almelo was wel een bijzondere school, waor heel veel punkers op zaten en mensen van ander bijzonder pluimage. Hempen hoorde later van haar ouders dat ze wel getwijfeld hadden of het wel goed zou komen met haar. De studie zelf kwam zonder boeken. Het was alleen maar ‘doen, doen, doen. ‘

De politiek in
‘Dit ha’k niet bedacht, mar misschien mu’k ’t gewoon doen.’ Zie had niet de ambitie om de politiek in te gaan, laat staan om wethouder te worden. Maar het gebeurde wel. ‘Ie hebt hiel veule ambtenaren die alles weet. Ie huuft niet zölf alles te weten. Mar volgens mij is het veural daj goed moet luustern. Ik deink det dat het allerbelangriekste is.’

Droombaan
Op dit moment is dit haar droombaan. De kans dat we haar in de toekomst als gedeputeerde bij de provincie tegenkomen, acht ze klein. ‘Oen eigen gebied is gewoon het mooiste. Daor doe ‘k het veur eigenlijk. Ik doe het niet veur mijzölf in elk geval, ik doe het wel veur een aander.’

Drents praoten
‘Zo gauw ik in de gaten heb van ‘goh, volgens mij praot ie ok Dreints’, dan gao-r-e wij hiel snel over op het Dreints’. Ook op het werk helpt het haar om Drents te praten: ‘Op de ien of aandere menier is de ofstaand minder groot as wanneer aj het in het Nederlaands mut doen. Ie komt wat dichterbij.’